Weegschaal, checken of je overgewicht hebt

Ondergewicht

Ondergewicht geeft aan dat iemand voor zijn of haar lengte te weinig weegt en wordt vastgesteld door het berekenen van het Body Mass Index (BMI) en het meten van de middelomtrek. Ondergewicht vergroot de kans op het ontwikkelen van een ondervoed lichaam. 

Het berekenen van het BMI (verhouding lengte vs. gewicht) en het meten van de middelomvang, helpt bij het vaststellen van ondergewicht. Bij volwassen mannen én vrouwen ligt de grens op een BMI van 18,5. 

OordeelAdviesMannen BMI en middelomtrekVrouwen BMI en middelomtrek 
Onder-gewichtProbeer aan te komenBMI lager dan 18,5
Omtrek kleiner dan 79 cm

BMI lager dan 18,5
Omtrek kleiner dan 68 cm

Gezond gewichtProbeer op gewicht te blijvenBMI tussen 18,5 en 25
Omtrek tussen 79 en 94 cm
BMI tussen 18,5 en 25
Omtrek tussen 68 en 80 cm
Bron: Voedingscentrum

Voor 70-plussers en COPD-patiënten (chronische longziekten) hanteren we andere grenswaarden, namelijk: BMI van <22 voor 70-plussers en <21 voor COPD-patiënten. Ook voor kinderen gelden andere grenswaarden, omdat zij groeiende zijn. Hun BMI is afhankelijk van zowel de leeftijd als lengte én gewicht.

Oorzaken

Ondergewicht ontstaat wanneer het lichaam (voor een langere periode) minder energie binnenkrijgt, via eten en drinken, dan dat het verbruikt. Ondergewicht kan komen door onder anderen:

  • gebrek aan eetlust, bijvoorbeeld door verminderde smaak en geur, een ziekte of bij gebrek aan beweging;
  • kauw- en slikproblemen;
  • een slechtwerkende darm. De darm kan dan minder voedingsstoffen opnemen, bijvoorbeeld door een darminfectie of darmaandoening;
  • bijwerking van medicijnen;
  • angst, eenzaamheid, verdriet, depressiviteit. Iemand met een depressie heeft mogelijk geen trek;
  • een eetstoornis;
  • een verhoogd energiegebruik, bijvoorbeeld bij een infectie of kanker.

Voor personen met ondergewicht is gezond en voedzaam eten heel belangrijk. Daarmee krijgen zij niet alleen (meer) energie binnen, maar ook voldoende eiwitten, essentiële vetzuren, vitamines en mineralen. Voor het opbouwen van spiermassa tijdens het aankomen, is het van belang dat je voldoende energie en eiwitten binnenkrijgt in combinatie met beweging. 

De diëtist kijkt naar jouw lichamelijke behoefte, zoals energie (kcal), eiwitten, vetten, koolhydraten, vitamines en mineralen. Op basis daarvan maakt de diëtist een persoonlijk voorbeelddagmenu. Daarbij houden we rekening met eventuele slik- en kauwproblemen of smaakverlies. Indien nodig kan de diëtist bijvoeding inschakelen, zoals drinkvoeding.

  • Als je last hebt van een verminderde eetlust;
  • Als je kauw- en slikproblemen ervaart;
  • Als je ongewenst gewichtsverlies ervaart;
  • Als je herstellende bent van ziekte en/of letsel;
  • Als je BMI voor jouw lengte en gewicht te laag is.